Sinds 1 juli 2015 wordt de toestemming die nodig is in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) geregeld via de systematiek van het PAS. Op woensdag 29 mei jl deed de Raad van State de eerste uitspraken in lopende procedures. Geconcludeerd is onder meer dat de systematiek van uitgeven van ontwikkelingsruimte zich niet verhoudt met de Europese habitatrichtlijn. Daarnaast is bepaald dat handelingen die op basis van een PAS-melding zijn toegestaan, alsnog vergunningplichtig worden. Ook volgt uit de uitspraken dat bedrijven vergunning moeten hebben voor het beweiden en voor het bemesten van landerijen.
De gevolgen van de uitspraken van de Raad van State zijn erg groot. Veel agrarische bedrijven hebben hierdoor geen geldende toestemming meer in het kader van de Wet natuurbescherming.
- Een vergunning verleend voor de PAS blijft uiteraard in stand. Echter bij bedrijven waar ook sprake is van beweiding moet de vergunning worden aangepast. Is tevens sprake van bemesting, dan moet ook die activiteit vergund worden.
- Onherroepelijke vergunningen verleend onder de PAS blijven in stand. Ook hier geldt dat eventueel alsnog een vergunning moet worden verleend voor beweiding en/of bemesting.
- Verleende vergunningen die nog niet onherroepelijk zijn en waarbij sprake is van een toename van de depositie zullen worden vernietigd door de rechter. Er zal een nieuwe aanvraag moeten worden gedaan. Daarbij kunnen twee wegen worden bewandeld. OF de aanvraag moet zodanig worden gewijzigd dat geen sprake meer is van een toename van de depositie, OF er moet extern gesaldeerd moeten worden (aankoop ammoniakrechten).
- Bedrijven die een PAS-melding hebben gedaan voor hun (gewijzigde) bedrijfsopzet moeten concluderen dat die toestemming is komen te vervallen. Er zal alsnog een Wnb-vergunning moeten worden aangevraagd. Afhankelijk van wel of geen toename van de depositie, moet extern gesaldeerd worden.
- Bedrijven die geen PAS-melding hoefden te doen, omdat de drempelwaarde van 0,05 mol niet werd overschreden, zijn alsnog vergunningplichtig. Ook hier geldt dat er extern moet worden gesaldeerd als er sprake is van een toename van de depositie.
Bij veel bedrijven moet dus actie worden ondernomen. Valt men niet terug op een eerder verleende Wnb-verguning, dan moet teruggekeken worden naar de geldende milieutoestemmingen op moment van aanwijzing van de relevante natura2000gebieden. In veel gevallen zal dit resulteren in de noodzaak van extern salderen.
We adviseren om niet af te wachten en nu al te bekijken hoe een eventueel probleem opgelost kan worden. Uiteraard kunnen we u daar in bij staan.